Kunstgebit

Het is een suffe boel hier in de buurt; op het moment van schrijven zie ik in mijn winkel alleen de postbode, de koerier, en verdwaalde studenten op zoek naar de El Cid week. Dat maakt het des te relevanter dat ik eergister tussen de aloude straatstenen van de Pieterswijk een stukje roze met wit plastic zag, dat er, zeg maar, verdacht veel uitziet als een fractie van een KUNSTGEBIT, zeg maar. Een stuk kunstgebit! Op straat! In de Pieterswijk! Zeg maar!

Ach ja, komkommertijd. Ik heb inderdaad te veel tijd om na te denken en die herinneringen met jullie te delen; daarom neem ik jullie mee naar die middag, circa 13 jaar geleden, toen ik mijn eerste kunstgebit-in-het-wild zag.

Mijn intussen Favoriete Ex en ik liepen van Trapani naar Erice met haar Spaanse fort, haar pre-Griekse muren, haar uitzicht over zee en haar goddelijke citroen-granita’s. We hadden ook de bus kunnen nemen maar Favo Ex beklimt graag dingen, dus hop, we begonnen onderaan de berg en klommen tot we boven waren. Af en toe kwamen we de haarspeldbochten van de weg tegen, dan liepen we een stukje mee tot we weer rechtdoor moesten.

Bij eén van die haarspeldbochten, in de berm, daar lag’ie. We zagen het niet meteen, er lag een aantal andere, iets minder onwaarschijnlijke, spullen omheen: een oogpotlood, een smeltende lippenstift, een nagelvijl in een hoesje, een aantal van die platte wattenpads, en ja: een half kunstgebit.

Als dit een film was geweest had ik op dat moment de bebloede tissue gezien, en verderop nog eén, de omineuze klanken van de mondharp zouden door de ether zweven terwijl we het spoor der bebloede tissues volgden dat ons bloedstollend traag & onherroepelijk naar het hol van de gevreesde (maar grotendeels verzwegen) Siciliaanse maffiose zombie-kannibalen bracht…

Dat gebeurde niet, maar het mysterie bleef. Kijk, dat iemand er even niet meer tegen kan en haar make-up van de pre-Griekse muren gooit onder het roepen van dingen als “Weg van mij, implementen van het Patriarchaat!” – in mijn heelal is dat zeer zeker denkbaar.

Of dat iemand een camper koopt met een kapotte achterdeur, ze snoert alles in de camper vast behalve haar toilettas en in eén van die haarspeldbochten vliegt de deur open en de inhoud van de toilettas komt met een fraaie boog precies in de berm terecht; niet eens zo onwaarschijnlijk.

Of – gloep- een van de prostituées van de regio was hier terechtgekomen in een ruzie met een klant of werkgever, waarbij hij  haar gereedschappen op de weg had gekiept en geroepen “Nou weet je wie hier de baas is, trut!”. (In dit scenario zou er ook nog een halve kilo condooms verspreid over de berg moeten liggen.) Er zijn gekkere dingen waar, toch?

Maar een kunstgebit? Een kunstgebit is bij mijn weten geen patriarchaal martelinstrument. Mannen, vrouwen, clausure-religieuzen en sekswerkers, we willen allemaal ons eten kunnen kauwen; plus dat iedereen er, zonder tanden of andere kaakvulling, uitziet als een adder. Je wilt je kunstgebit bij je in de buurt houden, bedoel ik maar.

Zoals je je kunt voorstellen hebben Favo Ex en ik hier minimaal 10 minuten over staan praten, rond een uur of drie ’s middags, in de berm van een haarspeldbocht, terwijl onze nekken verbrandden waar we bij stonden. En al die tijd lag de inhoud van iemands toilettas (en mondholte) daar en bleef daar liggen, allengs vieziger wordend in de Siciliaanse juli-zon.

Gelukkig won de roep van de granita’s. Ik nam de nagelvijl mee. Het was een prima vijl en ik heb hem nog jaren met plezier gebruikt.

De roep van de granita. Ik hoor hem waar ik ook ga.

3 gedachten over “Kunstgebit

    • Het idiote is dat ondanks de stilte van het afgelopen jaar mensen hier terecht blijven komen met zoekwoorden als “kale kat”, “hond from hell” en “met mijn duivel in jouw hel”. Grijnsch.

Geef een reactie op Anna Reactie annuleren