Katwijk

Ik heb Marcel toch maar even gebeld.

“Jaaaa?” Sardonisch afwachtend.

“Ja hai, moet je horen, ik denk dat jij de meisjes van school moet gaan halen.”

“Maar het was toch al mijn beurt?”

“Ja maar je moet wel met de auto denk ik. De fiets staat namelijk bij het station.”

“…”

“Ik ben nu in Katwijk en ik weet niet of ik op tijd terug ga zijn, het wordt kiele-kiele met de bus-”

“Ben jij in Katwijk.”

“Ja.”

“Hoe is het daar?”

“Nou,” zeg ik, “ik was zojuist aan het strand, nu zit ik aan de brownies hoor, maar op het strand waait het heel erg, de meeuwen kunnen op twee meter hoogte al zweven. Ik kreeg de volle laag, allemaal van die scherpe zandkorrels recht in m’n gezicht. En de zee is grijsgroen, eerder groen dan grijs, met geweldige schuimkoppen, de ene golf na de andere. En in de verte proberen twee malloten tegen de wind in te hardlopen. En de lucht is helemaal grijs maar niet effen, verschillende wolkenlagen jagen allemaal achter elkaar aan. En het lawaai! De zee dreunt en de wind ruist. Mijn wester neusgat is helemaal lam van de wind en mijn haar zit vol met zand. Ik heb zelfs zand tussen m’n tanden.
Het was prachtig en overdonderend en ik kon niet meer denken van het lawaai en ik waaide zojuist bijna om en dat was gek genoeg ook een beetje eng. Hee, Marcel, ik ga een term uit de klassieke filosofie misbruiken!! Komt ‘ie hoor! Ben je d’r nog?”

“Ja hoor, ik ben hier.”

“Marcel, vandaag is het strand van Katwijk, eh, subliem.”

“…nou dan moet ik de kinderen maar gaan halen hè.”

“Als het kan graag, lieverd.”

“Met de auto zeker hè? En kom je vandaag nog thuis?”

“Oh, ergens vandaag nog wel,” zeg ik en ik navigeer mijn vork in een hoekje van mijn brownie.

FullSizeRender (10)

Schuim der zee y’all

Plaats een reactie